Over het archief
In 2012 verloren we Jean Jacques Peters, voormalig ingenieur van het Waterbouwkundig Laboratorium (1964 tot 1979) en internationaal expert in sedimenttransport, rivierhydraulica en -morfologie. Als eerbetoon aan hem hebben we potamology (http://www.potamology.com/) gecreëerd, een virtueel gedenkarchief dat als doel heeft om zijn manier van denken en morfologische aanpak van rivierproblemen in de wereld in stand te houden en te verspreiden.
Het merendeel van z’n werk hebben we toegankelijk gemaakt via onderstaande zoekinterface.
[ meld een fout in dit record ] | mandje (0): toevoegen | toon |
Dwarsstroming Platen van Ossenisse: Validatie Delft3D-NeVla model voor meetcampagne 12/03/2020 Stark, J.; Vanlede, J.; Plancke, Y.; Mostaert, F. (2020). Dwarsstroming Platen van Ossenisse: Validatie Delft3D-NeVla model voor meetcampagne 12/03/2020. Versie 4.0. WL Rapporten, 20_036_1. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. 28 + 12 p. bijl. pp.
Deel van: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen.
|
Beschikbaar in | Auteurs |
| |
Documenttype: Projectrapport |
Trefwoorden |
In-situ measurements Numerical modelling |
Author keywords |
|
Project | Top | Auteurs |
|
Contactgegevens
Opdrachtgever: Ministerie van Infrastructuur en Milieu; Rijkswaterstaat; Zee en Delta
Auteurs | Top | |
|
Abstract |
Uit de validatieoefening volgt dat de geobserveerde dwarsstromingen onderschat worden in modelsimulaties, ongeacht welk van de eerder gekalibreerde ruwheidsvelden wordt gebruikt. Als het ruwheidsveld uit eerder AvdT-onderzoek naar sedimenttransport rondom de Drempel van Hansweert wordt gebruikt, is de onderschatting het sterkst en wordt de neer bovendien te noordelijk weergegeven in vergelijking met de locatie van de geobserveerde dwarsstromingen. Als het bodemruwheidsveld uit de kalibratie van het 2D NeVla randvoorwaardenmodel wordt gebruikt, is de locatie van de neer en de dwarsstromingen wel meer zuidelijk langs de groene boeienlijn en daarmee meer in overeenstemming met realiteit. Het circulair stromingspatroon heeft tijdens de eerste fase van de neervorming dan een meer langgerekt patroon. Ook wordt de maximale dwarsstroming ten gevolge van de neer dan ten zuiden van Boei 53A en naar de plaat toe gericht gemodelleerd, terwijl deze in werkelijkheid nabij Boei 53 en naar de vaargeul toe gericht werd geobserveerd. Tot slot is ook een nieuw samengesteld ruwheidsveld uitgeprobeerd, wat leidt tot een lichte verhoging van de gesimuleerde dwarsstroming richting de vaargeul nabij Boei 53. Een mogelijke verklaring van het minder reproduceren van neer, is de afwijking in de gemodelleerde waterstanden ten opzichte van de metingen. Het betreffende getij kende een eerder uitzonderlijk verloop. |
Top | Auteurs |