Over het archief
In 2012 verloren we Jean Jacques Peters, voormalig ingenieur van het Waterbouwkundig Laboratorium (1964 tot 1979) en internationaal expert in sedimenttransport, rivierhydraulica en -morfologie. Als eerbetoon aan hem hebben we potamology (http://www.potamology.com/) gecreëerd, een virtueel gedenkarchief dat als doel heeft om zijn manier van denken en morfologische aanpak van rivierproblemen in de wereld in stand te houden en te verspreiden.
Het merendeel van z’n werk hebben we toegankelijk gemaakt via onderstaande zoekinterface.
[ meld een fout in dit record ] | mandje (0): toevoegen | toon |
Sigmaplan – Gereduceerde Getijdegebieden – Wal Zwijn: ontwerp dissipatiegracht Vercruysse, J.; Verelst, K. (2022). Sigmaplan – Gereduceerde Getijdegebieden – Wal Zwijn: ontwerp dissipatiegracht. Versie 4.0. WL Rapporten, 21_010_1. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. VII, 17 pp. https://dx.doi.org/10.48607/95
Deel van: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen.
|
Beschikbaar in | Auteurs |
| |
Documenttype: Projectrapport |
Trefwoorden |
Hydraulic structures > Weirs > Energy dissipation structure Literature and desktop study Physical modelling |
Author keywords |
|
Project | Top | Auteurs |
|
Contactgegevens
Opdrachtgever: De Vlaamse Waterweg
Auteurs | Top | |
|
Abstract |
Voor de overloopdijk van de gebieden Wal en Zwijn vraagt De Vlaamse Waterweg afdeling Regio Centraal aan de afdeling Waterbouwkundig Laboratorium ondersteuning bij het ontwerp van de dissipatiegracht. Op het ogenblik van het opstellen van dit advies liep op WL een studie voor de verificatie en optimalisatie van de toegepaste ontwerpmethodologie voor een dissipatiegracht. Deze studie was echter nog niet voltooid bij opstellen van dit advies. Voor het bepalen van de grachtdiepte was al een aangepaste ontwerpmethodologie beschikbaar, voor het bepalen van de grachtbreedte was er nog geen ontwerpmethodologie beschikbaar. Uit de met MIKE11 simulaties uitgevoerde hydraulische modellering van deze gebieden werden tijdreeksen gegenereerd van het waterpeil in de Schelde en het waterpeil in het GOG. Gebruik makend van deze rivieren polderpeilen, van de helling en de ingeschatte ruwheid van het talud van de overloopdijk werd voor elke tijdstip van overloop bepaald of een dissipatiegracht nodig is en indien positief wat de benodigde grachtdiepte is. Omdat het maaiveldpeil bij opstellen van het advies nog niet bepaald was werd deze berekening uitgevoerd voor een range aan maaiveldpeilen. Vervolgens werd voor de overloophoogte horende bij de maatgevende grachtdiepte en de theoretische maatgevende grachtbreedte een vergelijking uitgevoerd met de schaalmodelproeven uitgevoerd in kader van het onderzoek naar de optimalisatie van de ontwerpmethodologie van de dissipatiegracht. Uit deze vergelijking volgt dat voor de maatgevende overloophoogtes een grachtbreedte van 0.50 m volstaat. Op basis van bovenstaande voorgestelde grachtdiepte en grachtbreedte wordt een type geometrie voorgesteld waarbij het talud doorloopt tot in de dissipatiegracht. |
Top | Auteurs |