In 2012 verloren we Jean Jacques Peters, voormalig ingenieur van het Waterbouwkundig Laboratorium (1964 tot 1979) en internationaal expert in sedimenttransport, rivierhydraulica en -morfologie. Als eerbetoon aan hem hebben we potamology (http://www.potamology.com/) gecreëerd, een virtueel gedenkarchief dat als doel heeft om zijn manier van denken en morfologische aanpak van rivierproblemen in de wereld in stand te houden en te verspreiden.
Het merendeel van z’n werk hebben we toegankelijk gemaakt via onderstaande zoekinterface.
Fluviatiele sedimentaanvoer richting Schelde estuarium: inschatting sedimentaanvoer op basis van APS staalname en turbiditeitsmetingen
Vandenbruwaene, W.; van den Berg, M.; Van De Moortel, I.; Plancke, Y.; Vereecken, H.; Deschamps, M. (2022). Fluviatiele sedimentaanvoer richting Schelde estuarium: inschatting sedimentaanvoer op basis van APS staalname en turbiditeitsmetingen. Versie 3.0. WL Rapporten, PA025_16. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. VIII, 22 + 12 p. app. pp. https://dx.doi.org/10.48607/117
Deel van: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen.
Voorliggend rapport geeft een overzicht van de fluviatiele sedimentaanvoer richting Schelde estuarium ter hoogte van de HIC meetstations Melle, Dendermonde, Eppegem, Werchter (VMM), Aarschot, Itegem en Grobbendonk. Elk van deze stations is representatief voor de aanvoer vanuit de verschillende rivierbekkens, en de som van de afzonderlijke stations laat toe om de totale sedimentaanvoer richting Schelde estuarium te begroten. De sedimentaanvoer werd bepaald op basis van APS staalname (pompstalen) en turbiditeitsmetingen, en werd doorgerekend over de periode 2012-2020. Voor de locaties Aarschot en Grobbendonk zijn er meer data beschikbaar, en werd de sedimentaanvoer berekend vanaf 2001. De totale jaarlijkse sedimentaanvoer richting Schelde estuarium varieert in de periode 2012-2020 tussen de 341 618 en 509 832 ton. Het aandeel van sedimentaanvoer voor de periode 2012-2016 is hierbij het grootst vanuit het Bovenschelde-Leiebekken (meetlocatie Melle), en het Dender- en Demerbekken (meetlocaties Dendermonde en Aarschot). Vanaf 2017 wordt de sedimentaanvoer vanuit het Zennebekken echter belangrijker, met te Eppegem de hoogste bijdrage van alle meetlocaties voor de periode 2018-2020. In tegenstelling tot de Zenne is de sedimentaanvoer vanuit Bovenschelde-Leie, Dender en Demer lager vanaf 2017. Over het algemeen is de bijdrage in sedimentaanvoer vanuit het Dijle- en Netebekken laag. Naast een overzicht van de sedimentaanvoer richting Schelde estuarium volgens de actuele methode, wordt in het rapport ook een vergelijking gemaakt tussen de sedimentaanvoer berekend volgens de vroeger toegepaste schepstaalmethodiek.
Alle informatie in het Integrated Marine Information System (IMIS) valt onder het VLIZ Privacy beleid