Over het archief
In 2012 verloren we Jean Jacques Peters, voormalig ingenieur van het Waterbouwkundig Laboratorium (1964 tot 1979) en internationaal expert in sedimenttransport, rivierhydraulica en -morfologie. Als eerbetoon aan hem hebben we potamology (http://www.potamology.com/) gecreëerd, een virtueel gedenkarchief dat als doel heeft om zijn manier van denken en morfologische aanpak van rivierproblemen in de wereld in stand te houden en te verspreiden.
Het merendeel van z’n werk hebben we toegankelijk gemaakt via onderstaande zoekinterface.
[ meld een fout in dit record ] | mandje (0): toevoegen | toon |
Kanaal Bossuit - Kortrijk: dimensionering oever – en bodembescherming kaaimuur BSV Verelst, K.; Visser, K.P. (2023). Kanaal Bossuit - Kortrijk: dimensionering oever – en bodembescherming kaaimuur BSV. Versie 2.0. WL Rapporten, 18_082_1. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. VIII, 47 pp. https://dx.doi.org/10.48607/153
Deel van: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen.
|
Beschikbaar in | Auteurs |
| |
Documenttype: Projectrapport |
Trefwoorden |
Propulsion systems > Thrusters |
Author keywords |
|
Project | Top | Auteurs |
|
Contactgegevens
Opdrachtgever: De Vlaamse Waterweg
Auteurs | Top | |
|
Abstract |
Voor elk van deze drie scenario’s is vooreerst de hydraulische belasting op de bodem bepaald. De oeverbescherming opwaarts en afwaarts van de kaaimuur en de bodembescherming ter plaatse van de kaaimuur is voornamelijk onderhevig aan de stroming ten gevolge van scheepvaart, namelijk stroming ten gevolg van hoofdschroef en boegschroef en retourstroming. De oeverbescherming opwaarts en afwaarts van de kaaimuur is daarnaast ook onderhevig aan golfklap ten gevolge van scheepsgolven. Daarna is voor elk beschouwd scenario de dimensionering uitgevoerd van de bodembescherming en de oeverbescherming. Hieruit volgt dat ter plaatse van de kaaimuur in het scenario met het huidig bodempeil enkel breuksteensortering gepenetreerd met colloïdaal beton kan weerstaan aan de optredende hoge stroomsnelheden ten gevolge van scheepvaart. In het scenario waarbij het bodempeil met 1.0 m wordt verlaagd is ter plaatse van de kaaimuur een bodembescherming uit niet-gepenetreerde breuksteen mogelijk (sortering 5-40 kg of 10-60 kg). In beide scenario’s is opwaarts en afwaarts van de kaaimuur een breuksteensortering 5-40 kg voldoende als bodembescherming. Wat de oeverbescherming betreft is in deze beide scenario’s eigenlijk breuksteen gepenetreerd met beton nodig. Het opleggen van restricties van het gebruik van de boegschroef in deze zone door de opdrachtgever maakt echter dat in het scenario met verlaagd bodempeil ook een oeverbescherming bestaande uit niet-gepenetreerde breuksteen (sortering 5-40 kg) mogelijk is. Bij het ontwerpscenario is zowel ter plaatse van de kaaimuur als opwaarts en afwaarts van de kaaimuur een bodembescherming bestaande uit met beton gepenetreerde breuksteen (sortering 5-40 kg of sortering 10-60 kg) noodzakelijk. Na opwaardering van het kanaal wordt als oeverbescherming opwaarts en afwaarts van de kaaimuur een verticale oever voorzien. Wat het opvullen van de erosiekuilen betreft, is door de opdrachtgever gesuggereerd om deze op te vullen met kleigrond, dewelke bij de bouw van een nieuwe kaaimuur op overschot is. Klei kan echter niet weerstaan aan de relatief hoge stroomsnelheden aan de bodem die ten gevolge van scheepvaart zullen optreden, waardoor snel opnieuw erosiekuilen zullen ontstaan op dezelfde locatie. Het is wel een optie om de erosiekuilen gedeeltelijk op te vullen met de beschikbare kleigrond en deze daarna te bedekken met breuksteen tot het juiste bodempeil bekomen is. Als alternatieve types bodembescherming kunnen ook betonmatrassen, een bodembescherming uit colloïdaal beton en voorgevormde matten (bijvoorbeeld asfaltmatten, blokkenmatten of schanskorfmatten) weerstaan aan grotere stroomsnelheden dan breuksteen. De keuze tussen deze alternatieven is afhankelijk van kostprijs en het feit of deze even makkelijk weg te nemen zijn als breuksteen bij de toekomstige verdieping van het kanaal. Dit behoort echter niet tot het onderwerp van deze studie |
Top | Auteurs |