Over het archief
Het OWA, het open archief van het Waterbouwkundig Laboratorium heeft tot doel alle vrij toegankelijke onderzoeksresultaten van dit instituut in digitale vorm aan te bieden. Op die manier wil het de zichtbaarheid, verspreiding en gebruik van deze onderzoeksresultaten, alsook de wetenschappelijke communicatie maximaal bevorderen.
Dit archief wordt uitgebouwd en beheerd volgens de principes van de Open Access Movement, en het daaruit ontstane Open Archives Initiative.
Basisinformatie over ‘Open Access to scholarly information'.
[ meld een fout in dit record ] |
Optimalisatie van een nieuwe generatie zaadboomgaarden van boskers (Prunus avium L.) en de impact op de genetische diversiteit |
Periode: Februari 2003 tot Februari 2007 Status: Afgelopen |
|
Instituut | Top |
|
Abstract |
Probleemstelling
Het bosbeleid in Vlaanderen staat een toenemend gebruik voor van inheemse loofboomsoorten bij bosaanleg en -omvorming. Voor Boskers (Prunus avium L.) wordt dit mede geïnspireerd door de erkenning van de hoge bosbouwkundige, ecologische en economische waarde. Momenteel beschikt Vlaanderen slechts over één zaadtuin (‘Mommedeel’) en één zaadbestand (‘Vrebos’), waarvan het opbrengstvermogen echter ontoereikend is. Het verschil tussen de hoge vraag en het beperkte aanbod kan op relatief korte termijn ondervangen worden door de aanleg van een nieuwe generatie zaadboomgaarden. De bijkomende selectie van zaadbestanden als uitgangsmateriaal biedt zich in Vlaanderen immers niet echt aan wegens het veelal voorkomen van Boskers als individuen of kleine clusters, verspreid binnen gemengde bestanden. Bij de aanleg van bijkomende zaadboomgaarden dienen vooraf enkele elementaire vragen opgelost te worden: De componenten van deze zaadboomgaarden dienen voldoende genetische variatie in zich te hebben.
Doelstelling van het project De opdracht moet leiden tot concrete aanbevelingen voor het aanleggen van een nieuwe generatie zaadboomgaarden van Boskers, zowel naar de identiteit van de componenten als naar hun aantallen en combinatiemogelijkheden. 1. Naast het aanwenden van relevante selectiecriteria (groei, vorm, fenologie, ziektetolerantie, …) dient de keuze van de componenten voor nieuwe zaadtuinen gebaseerd te zijn op:
2. Onderlinge vergelijking van de genetische diversiteit binnen de afstamming van bestaande multiklonale aanplantingen, zaadbestanden en natuurlijk verjongde populaties. |
Top | Instituut |