Over het archief
Het OWA, het open archief van het Waterbouwkundig Laboratorium heeft tot doel alle vrij toegankelijke onderzoeksresultaten van dit instituut in digitale vorm aan te bieden. Op die manier wil het de zichtbaarheid, verspreiding en gebruik van deze onderzoeksresultaten, alsook de wetenschappelijke communicatie maximaal bevorderen.
Dit archief wordt uitgebouwd en beheerd volgens de principes van de Open Access Movement, en het daaruit ontstane Open Archives Initiative.
Basisinformatie over ‘Open Access to scholarly information'.
[ meld een fout in dit record ] |
Pulsvisserij: bepalen van de veiligheidsmarges voor mariene organismen en van de optimale puls voor het vangen van tong (Solea solea L.) | |
https://www.vliz.be/vmdcdata/midas/cruise.php?thiscamp=99 |
Periode: Januari 2012 tot 2015 Status: Afgelopen |
|
Instituten (4) | Top |
|
Abstract |
De visserijsector in de Noordzee bestaat voor meer dan 90 % uit bodemsleepnetvisserij, waarbij tong en garnaal respectievelijk plaats 1 en 3 bezetten wat aanvoerwaarde betreft. Deze techniek veroorzaakt echter veel bodemberoering & grote hoeveelheden teruggooi wat resulteert in ecosysteemschade. Deze teruggooi, van bijvoorbeeld ondermaatste platvis, zorgt bovendien voor een daling van de stocks en dus van de quota van andere Belgische visserijen. Bovendien is het hoge brandstofverbruik een constante bedreiging voor de rentabiliteit van deze sector.
Eén van de meest veelbelovende alternatieve visserijmethodes is de elektrische pulsvisserij. Voor de garnaalvangst werd door het ILVO reeds de Hovercran ontwikkeld, waarmee de bodemberoering, teruggooi en het brandstofverbruik drastisch verlaagd kunnen worden. Het gebruik van elektrische pulsen is op dit moment echter verboden omdat de effecten ervan op mariene organismen nog niet goed gekend zijn. Grondig onderzoek naar deze effecten is dan ook cruciaal om een legalisering en bredere commerciële introductie van dit vistuig mogelijk te maken. In het eerste luik van dit project zal bijgevolg de LD50 (dosis waarbij 50 % van de dieren sterft) en ID10 (de maximale dosis met minder dan 10 % extra letsels) bepaald worden voor een strategische selectie van mariene organismen. Ook voor de vangst van tong werd reeds een pulstuig ontwikkeld. Dit toestel beoogt echter een kramp- i.p.v. schrikeffect en de zwaardere pulsen die hiervoor vereist zijn, bleken reeds enorm schadelijk voor bijvoorbeeld kabeljauw. In het tweede luik van dit project zal dus op zoek gegaan worden naar een onschadelijke puls waarmee de tong selectief uit de bodem geschrikt kan worden, net zoals dit met de Hovercran voor de garnaal het geval is. Vervolgens zal de selectie mariene organismen blootgesteld worden aan de optimale tongschrikpuls teneinde letsels of gedragsstoornissen uit te sluiten, wat opnieuw moet toelaten een wettelijk kader voor het gebruik van deze techniek vast te leggen. Tot slot zal gekeken worden welk effect de elektrische pulsen hebben op de organoleptische eigenschappen (vleeskwaliteit) van de vis. Deze studie onderscheidt zich door zijn baanbrekend karakter op zowel fundamenteel als toegepast vlak. Zo is er nog bijzonder weinig gekend over de effecten van pulsvelden met een lage intensiteit op mariene organismen en werden er nog nooit LD50’s of ID10’s bepaald voor zo’n brede selectie organismen. Anderzijds zal een schrikpuls voor tongvangst geoptimaliseerd worden die het mogelijk zal maken de schadelijke effecten van de huidige platvisvangst sterkt te beperken en grotere winsten te genereren voor de Vlaamse visserijsector. Daarna zal ook gekeken worden naar de effecten van deze elektrische pulsen op het gedrag van mariene organismen. Illustratief voor de innovativiteit van dit project zijn ook de gebruikte analysemethoden zoals het histologisch onderzoek en de video-tracking software en ook het ruim bereik aan bestudeerde effectparameters betekenen een belangrijke meerwaarde. Tot slot zijn er de wereldwijde (economische) toepassingsmogelijkheden, de ecologische weerslag ervan op mariene ecosystemen en de vraag en interesse van de visserijsector voor de techniek die het nut en de waarde van dit onderzoek aantonen. Voor dit project zou er nauw samengewerkt worden tussen de onderzoeksgroepen Aquacultuur en Visserijtechniek van het ILVO, de aquatische onderzoeksgroep van de vakgroep Morfologie en de vakgroep Pathologie en de vakgroep Medische Beeldvorming (Faculteit Diergeneeskunde, UGent) en de vakgroep Mariene Biologie (Faculteit van de Wetenschappen, Ugent). Deze multidisciplinaire aanpak van de hoger genoemde problematiek draagt bij tot de sterkte van dit onderzoekproject. |
Top | Instituten |