Over het archief
Het OWA, het open archief van het Waterbouwkundig Laboratorium heeft tot doel alle vrij toegankelijke onderzoeksresultaten van dit instituut in digitale vorm aan te bieden. Op die manier wil het de zichtbaarheid, verspreiding en gebruik van deze onderzoeksresultaten, alsook de wetenschappelijke communicatie maximaal bevorderen.
Dit archief wordt uitgebouwd en beheerd volgens de principes van de Open Access Movement, en het daaruit ontstane Open Archives Initiative.
Basisinformatie over ‘Open Access to scholarly information'.
[ meld een fout in dit record ] |
Marine Resources Damage Assessment and Sustainable Management of the North Sea | |
www.belspo.be/belspo/fedra/proj.asp?l=en&cod=mn/dd1/007 |
Overkoepelend project: Research action SPSD-I: Sustainable management of the North Sea, meer Identifier financieringsorganisatie: MN/DD1/007 (Other contract id) Acroniem: MARE-DASM Periode: Oktober 1998 tot September 2002 Status: Afgelopen Thesaurustermen Modellering; Vervuiling |
|
Instituten (6) | Top | Publicaties |
|
Abstract |
Om zich van een hoge levensstandaard te verzekeren, maken de oeverbewoners van de Noordzee voor verschillende functies gebruik van de Noordzee. Opdat dit gebruik duurzaam zou zijn, moeten aan een aantal schadelijke gebruiksfuncties beperkingen opgelegd worden. De laatste jaren werden reeds een hele reeks nationale en internationale wettelijke maatregelen genomen ter bescherming van het ecosysteem van de Noordzee. In de nieuwe OSPAR Conventie van 1992 aanvaardden alle Noordzeestaten en de Europese Commissie om bij de bescherming van het mariene milieu het voorzorgsprincipe en het principe "de vervuiler betaalt" te hanteren. Het doen naleven van deze maatregelen en principes stelt echter vaak praktische problemen. Het onderzoek in het kader van MARE-DASM wil hieraan tegemoet komen.
Het project valt uiteen in twee hoofddoelstellingen die een verschillende finaliteit beogen maar waarvan de resultaten van de eerste doelstelling (thema 1) voor een deel zullen geïntegreerd worden bij het bereiken van de tweede doelstelling (thema 2). Thema 1: de socio-economische kostprijs van een degradatie van het mariene milieu. De eerste doelstelling van het project bestaat erin om de verschillende factoren die bijdragen tot de degradatie van het mariene milieu in het Belgisch deel van de Noordzee te identificeren en te kwantificeren (Laboratorium voor Milieutoxicologie en Aquatische Ecologie, Prof. Dr. C. Janssen). Deze identificatie en kwantificatie moet de basis vormen voor de evaluatie van de rechtstreekse en onrechtstreekse economische en sociale kosten voortvloeiende uit deze degradatie, zowel in accidentele gevallen als op een permanente wijze (Maritiem Instituut, Prof. Dr. F. Maes, met in onderaanneming Environmental Consultancy and Assistance (ECOLAS), Dr. P. Vanhaecke). De beoordeling van de kostprijs van deze degradatie zal worden afgewogen aan de economische en sociale baten van het gebruik van het Belgisch deel van de Noordzee door de huidige generatie, teneinde te komen tot voorstellen van beleidsmaatregelen die de overheid moet nemen om een meer geïntegreerd beheer en duurzaam gebruik van de Noordzee te garanderen voor de toekomstige generaties (Maritiem Instituut, Prof. Dr. F. Maes). Thema 2: Het risico van het accidenteel in het mariene milieu geloosd worden van olie of andere chemische producten De tweede doelstelling van het project beoogt de potentiële schade aan de ecosystemen van het Belgisch deel van de Noordzee bij accidentele verontreiniging door olie en andere chemische producten te schatten en desgevallend modelmatig te voorspellen, alsook de socio-economische impact van deze schade bij een aantal geselecteerde situaties (Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee, Dr. G. Pichot). Het cijfermatig bepalen van de schade moet aanleiding geven tot het voorstellen van technisch-juridische procedures die toelaten de veroorzaakte schade aan de natuurwaarden te evalueren en financieel te verhalen op de vervuiler (Centrum voor Milieurecht, Prof. Dr. H. Bocken (nationaal recht) en Maritiem Instituut, Prof. Dr. F. Maes (internationaal recht)). Activiteiten Taak I "Identificatie en kwantificatie van de verschillende factoren die bijdragen tot de degradatie van het mariene milieu" zal naast de identificatie en kwantificatie, ook de verdeling van contaminanten over de verschillende milieucompartimenten bestuderen met de bedoeling het Biologisch Effecten Submodel (BESM) te verfijnen naar lange termijn effecten toe. De resultaten van taak I moeten toelaten tot een schatting te komen van de degradatie van het mariene milieu. Deze schatting dient o.m. als uitgangspunt voor een deel van het onderzoek in het kader van taak II "het ontwikkelen van socio-economische beoordelingscriteria die het mogelijk maken deze degradatie objectief te bepalen", met name de kwantificering van milieuschade op basis van gebruikswaarden. Bij de socio-economische beoordelingscriteria zal ook gebruik worden gemaakt van de kwantificering van milieuschade op basis van optionele en bestaanswaarden (Contingent Valuation Method). Onderzoeksresultaten uit taken I en II moeten een bijdrage leveren tot taak III en taak IV. Bij taak III "het ontwikkelen en evalueren van maatregelen die de overheid dient te nemen om een geïntegreerd beheer en een duurzaam gebruik van de zee te garanderen" zullen maatregelen worden voorgesteld waardoor België tot een optimaal geïntegreerd beleid en duurzaam gebruik van de Noordzee kan komen, rekening houdende met de politieke en de wetgevingstechnische haalbaarheid. De gebruiksfuncties op zee zullen in functie van hun degradatie-impact op het mariene milieu van de Noordzee (cf. taak I) op een prioriteitenschaal worden uitgezet. Aan de gebruiksfuncties zal eveneens een economische en maatschappelijke waardebepaling worden gekleefd, die per gebruiksfunctie kan variëren. Uitgaande van de beleidsoptie "duurzame ontwikkeling" zullen per gebruiksfunctie beleidsmaatregelen worden voorgesteld, die rekening houden met de doeltreffendheid, en de te verwachten maatschappelijke kosten en baten voor de betrokken economische en sociale groepen. De ecologische effecten (taak I) en de gedefinieerde socio-economische beoordelingscriteria (taak II) worden geïntegreerd in het mathematisch model (taak IV "het ontwikkelen van mathematische modellen die de kans op accidentele lozingen en de hierdoor aangerichte schade bepalen, zowel op leefmilieuvlak als op socio-economisch vlak"). Het mathematisch model wordt door de Beheerseenheid van het Mathematisch Model van de Noordzee (BMM) ontwikkeld, maar is evenwel beperkt tot de inschatting van risico’s op milieuschade bij accidentele lozingen van olie en andere chemische producten. Taak V voorziet in "het ontwikkelen van technische en juridische procedures die het mogelijk maken de veroorzaakte degradatie van het mariene milieu te evalueren en financieel te verhalen op de vervuiler". Door toetsing van het huidige nationaal (Centrum voor Milieurecht) en internationaal aansprakelijkheidsrecht (Maritiem Instituut) worden de juridisch-technische en administratieve procedures vooropgesteld en uitgewerkt om de degradatie (zowel als milieuschade en als milieuverstoring) financieel te evalueren en op de vervuiler te verhalen. |
Publicaties (16) | Top | Instituten |
|
Top | Instituten | Publicaties |