Over het archief
Het OWA, het open archief van het Waterbouwkundig Laboratorium heeft tot doel alle vrij toegankelijke onderzoeksresultaten van dit instituut in digitale vorm aan te bieden. Op die manier wil het de zichtbaarheid, verspreiding en gebruik van deze onderzoeksresultaten, alsook de wetenschappelijke communicatie maximaal bevorderen.
Dit archief wordt uitgebouwd en beheerd volgens de principes van de Open Access Movement, en het daaruit ontstane Open Archives Initiative.
Basisinformatie over ‘Open Access to scholarly information'.
Sea (in)sight: from phylogeographical insights to visual local adaptation in marine gobies = (In)zicht op zee: van fylogeografische inzichten naar visuele lokale adaptatie bij mariene grondels
Larmuseau, M.H.D. (2009). Sea (in)sight: from phylogeographical insights to visual local adaptation in marine gobies = (In)zicht op zee: van fylogeografische inzichten naar visuele lokale adaptatie bij mariene grondels. PhD Thesis. Katholieke Universiteit Leuven. Faculteit Wetenschappen: Leuven. ISBN 978-90-8649-272-5. 258 pp.
| |
Beschikbaar in | Auteur |
|
Documenttype: Doctoraat/Thesis/Eindwerk
|
Trefwoorden |
Adaptation Aquatic organisms > Marine organisms > Fish > Marine fish Biogeny > Phylogeny Biology > Genetics > Population genetics Bioselection > Natural selection Chemical compounds > Organic compounds > Carbohydrates > Glycosides > Pigments > Visual pigments Environmental conditions Habitat selection Migration Pomatoschistus minutus (Pallas, 1770) [WoRMS] ANE, Noordzee [Marine Regions]; Europe Coasts [Marine Regions] Marien/Kust |
Abstract |
Charles Darwin beschreef 150 jaar geleden natuurlijke selectie als motor van de evolutie van het leven. Anno 2009 blijft er onduidelijkheid in welke mate natuurlijke selectie invloed heeft op de evolutie van mariene organismen. De genetische aanpassing aan lokale omgevingsomstandigheden als gevolg van natuurlijke selectie, lokale aanpassing genoemd, wordt door de migratie van de organismen afgeremd. Aangezien de migratiemogelijkheden groot worden geacht voor het leven in de ‘open’ zee, verklaarden biologen voor lange tijd dat lokale aanpassing zeldzaam of zelfs uitgesloten was.Huidig onderzoek toont echter aan dat de zee niet zo ‘open’ is zoals op het eerste zicht lijkt. Heel watmariene organismen zijn aan een vaste plaats gebonden en komen voor onder de vorm van verschillende populaties. Aangezien de mate van migratie gering blijkt te zijn, vormt de mogelijkheid van lokale aanpassing bij zee-organismen een actuele onderzoeksvraag. Recente studies toonden immers aan dat er inderdaad een grote kans is dat lokale selectie de evolutie van het zeeleven kan beïnvloeden. Het bleek echter moeilijk om dit wetenschappelijk te onderbouwen.Deze thesis heeft als doel duidelijke aanwijzingen te verschaffen dat mariene soorten zich genetisch aanpassen aan plaatselijke omgevingsfactoren. Een veel belovende aanpak is de genetische aanpassing aan de lokale lichtomstandigheden in zee te bestuderen. Het licht dat mariene dieren waarnemen varieert immers door verschillen in de troebelheid en kleur van het water. Uiteraard is het belang van een goed zicht uitermate groot om o.a. voedsel en geschikte partners te vinden, en om roofdieren te ontwijken. Daarom werd in deze thesis de mogelijkheid van lokale aanpassingen op het rodopsine gen - het gen van het visuele pigment dat instaat voor schemerzicht - onderzocht in een mariene grondel, het dikkopje (Pomatoschistus minutus). Het dikkopje is een klein bodemvisje dat leeft langs de kusten van de Europese zeeën en is de meest voorkomende vissoort in de Noordzee.De resultaten van deze thesis tonen overtuigend aan dat de verschillende populaties van dikkopjes genetisch aangepast zijn aan de lokale lichtomstandigheden. Zo blijken dikkopjes goed aangepast te zijn aan de hoge troebelheid van de Baltische Zee en de lagunes van de Middellandse Zee, en aan het meer blauwe licht in de Golf van Biskaje en langs de kusten van Spanje en Portugal. De dikkopjes van onze Noordzee houden er dan weer een aparte strategie op na om zich aan de plaatselijke onstabiele lichtomstandigheden aan te passen. In de huidige kennis van de wetenschap is daarom met het rodopsine gen in het dikkopje één van de sterkste aanwijzingen gevonden dat lokale aanpassing ook in zee kan voorkomen. Deze vaststellingen zijn daarom een aanmoediging om gelijkaardige studies te verrichten naar lokale aanpassing aan andere mariene omgevingsfactoren zoals het zoutgehalte en de temperatuur. Dit verder onderzoek kan dan de mate bepalen in hoeverre natuurlijke selectie de evolutie van het leven in zee stuurt.Ten slotte wijst dit onderzoek erop dat dikkopjes evolutionair en dus op lange termijn zijn aangepast aan het licht van hun omgeving. Daardoor zijn er sterke aanwijzingen dat indien de omgeving op snelle wijze zou veranderen door vervuiling of door de opwarming van de aarde, mariene vissen zich moeilijk of zelfs niet zullen aanpassen aan de nieuwe omstandigheden waardoor hun verdere bestaan in gevaar komt. Om een evenwichtlig ecosysteem en gezonde zeevispopulaties mogelijk te maken moeten daarom snelle veranderingen in de lichtcondities van de Europese zeeën vermeden worden. |
IMIS is ontwikkeld en wordt gehost door het VLIZ.