Over het archief
Het OWA, het open archief van het Waterbouwkundig Laboratorium heeft tot doel alle vrij toegankelijke onderzoeksresultaten van dit instituut in digitale vorm aan te bieden. Op die manier wil het de zichtbaarheid, verspreiding en gebruik van deze onderzoeksresultaten, alsook de wetenschappelijke communicatie maximaal bevorderen.
Dit archief wordt uitgebouwd en beheerd volgens de principes van de Open Access Movement, en het daaruit ontstane Open Archives Initiative.
Basisinformatie over ‘Open Access to scholarly information'.
De Wit-vispassage langs de Lieve te Lievegem: hydraulisch ontwerp
Visser, K.P.; Viaene, P. (2022). De Wit-vispassage langs de Lieve te Lievegem: hydraulisch ontwerp. Versie 3.0. WL Rapporten, 22_046_1. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. VII, 23 pp. https://dx.doi.org/10.48607/122
Deel van: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , meer
|
|
Beschikbaar in | Auteurs |
|
Documenttype: Projectrapport
|
Trefwoord |
Hydraulic structures > Fishpasses
|
Author keywords |
Vismigraties; Lievegem; de Lieve |
Abstract |
Aannemer Van Hooste heeft in opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij een ontwerp uitgewerkt voor een stuw met vispassage tussen de Lieve en waterloop 2.17 die in verbinding staat met het Brakeleiken. Deze constructie zal het huidige pompstation dat zich daar bevindt vervangen. In opdracht van aannemer Van Hooste werd door het Waterbouwkundig Laboratorium het hydraulisch ontwerp voor een De Witvispassage uitgewerkt en werd de optimale afstand van de monding ten opzichte van de stuw bepaald. Op basis van de doelsoorten werd voor een vensterbreedte van 0,2 m gekozen en met oog op de beschikbare afvoer werd de optimale vensterhoogte bepaald op 0,3 m. Bijbehorende bekkenlengte en breedte zijn respectievelijk 0,8 m en 1,2 m. Uitgaande van het maximale verval van 0,7 m, de doelsoorten en met oog op een optimaal stroompatroon werd gekozen voor 15 schotten/bekkens. Op basis van watersprongberekeningen bij maatgevende debieten werd de optimale afstand tussen stuw en monding bepaald op 5 m, gerekend in afwaartse richting vanuit de stuwas. De afwaartse bodemhoogte bleek bepalend voor de inpassing van de monding en de afwaartse bekkens. Op basis van de hydraulische dimensionering werd daarom een alternatieve inpassing van de vispassage en stuw voorgesteld. |
IMIS is ontwikkeld en wordt gehost door het VLIZ.