Over het archief
Het OWA, het open archief van het Waterbouwkundig Laboratorium heeft tot doel alle vrij toegankelijke onderzoeksresultaten van dit instituut in digitale vorm aan te bieden. Op die manier wil het de zichtbaarheid, verspreiding en gebruik van deze onderzoeksresultaten, alsook de wetenschappelijke communicatie maximaal bevorderen.
Dit archief wordt uitgebouwd en beheerd volgens de principes van de Open Access Movement, en het daaruit ontstane Open Archives Initiative.
Basisinformatie over ‘Open Access to scholarly information'.
Het gebruik van de stormvloedkering bij de afbouwwerkzaamheden in de Oosterschelde: effecten van een aantal sluitingsscenario's op bodemdieren
Fortuin, A.W.; Meijboom, A.; de Wolf, L. (1989). Het gebruik van de stormvloedkering bij de afbouwwerkzaamheden in de Oosterschelde: effecten van een aantal sluitingsscenario's op bodemdieren. DIHO rapporten en verslagen, 2. Delta Instituut voor Hydrobiologisch Onderzoek: Yerseke. 79 pp.
Deel van: DIHO rapporten en verslagen. Delta Instituut voor Hydrobiologisch Onderzoek: Yerseke, meer
|
Auteurs | | Top |
- Fortuin, A.W.
- Meijboom, A., meer
- de Wolf, L.
|
|
|
Abstract |
In het kader van project AFWERK werd het effect van een aantal sluitingsscenario's van de stormvloedkering in de Oosterschelde, te gebruiken ten behoeve van het plaatsen van de dorpelbalken (juli 1986) en de sluiting van het Tholensche Gat (september 1986) en de Krammer (april 1987), op de overleving van bodemdieren onderzocht. Aanvullend op het BARCON onderzoek van Hummel et al. (1985) werd in verschillende seizoenen het effect van 2,4,6 en 8 dagen droogstand op de overleving van een aantal bodemdiersoorten onderzocht. Mede op grond van de resultaten van dit onderzoek (veel sterfte onder bodemdieren) werd het bij de afsluiting van de Krammer te gebruiken scenario bijgesteld. Onderzoek van dit nieuwe scenario leverde aanzienlijk minder schade op. De schade van de twee andere onderzochte scenario's was eveneens beperkt. Op grond van het onderzoek naar het effect van droogstand konden de onderzochte soorten in 5 groepen worden onderverdeeld: 1). Vrijwel altijd erg gevoelig: Diadumene cincta, Tharyx marioni, Nephtys hombergii en Scoloplos armiger. 2). Een groot deel van het jaar gevoelig voor langere periodes van droogstand: Pygospio elegans , Sagartia troglodytes , kleine Nereis diversicolor , kleine Macoma balthica en Heteromastus filiformis. 3). Vooral in het voorjaar en de zomer gevoelig voor langere periodes van droogstand: grote Macoma balthica, Cerastoderma edule, Mytilus edulis en Arenicola marina. 4). Alleen gevoelig bij extreme (hoge) temperaturen: Hydrobia ulvae, grote Nereis diversicolor en Ostrea edulis. 5). Altijd ongevoelig: Littorina littorea. Algemeen kan gesteld worden, dat 2 dagen droogstand, vooral bij temperaturen tussen 0 en 10°C, weinig schade toebrengt aan de bodemdieren, Een langere droogstand bij temperaturen tussen 0 en 20°C zal echter een vrij aanzienlijke sterfte tot gevolg hebben, terwijl hogere en lagere temperaturen dan zeer schadelijk zijn. |
IMIS is ontwikkeld en wordt gehost door het VLIZ.