Over het archief
Het OWA, het open archief van het Waterbouwkundig Laboratorium heeft tot doel alle vrij toegankelijke onderzoeksresultaten van dit instituut in digitale vorm aan te bieden. Op die manier wil het de zichtbaarheid, verspreiding en gebruik van deze onderzoeksresultaten, alsook de wetenschappelijke communicatie maximaal bevorderen.
Dit archief wordt uitgebouwd en beheerd volgens de principes van de Open Access Movement, en het daaruit ontstane Open Archives Initiative.
Basisinformatie over ‘Open Access to scholarly information'.
Resultaten van slaapplaatstellingen van blauwe kiekendieven Circus cyaneus in de kustpolders en het krekengebied van NO-Vlaanderen in de winters 1990-1991 en 1991-1992
Seys, J. (1992). Resultaten van slaapplaatstellingen van blauwe kiekendieven Circus cyaneus in de kustpolders en het krekengebied van NO-Vlaanderen in de winters 1990-1991 en 1991-1992. Mergus 6: 229-241
In: Mergus: Ornithologisch tijdschrift van de Vlaamse kust. Vogelwerkgroep Noord-West-Vlaanderen: Brugge. , meer
| |
Trefwoorden |
Circus cyaneus (Linnaeus, 1766) [WoRMS] België, Kust polders [Marine Regions]; België, Oost-Vlaanderen (Provincie) [Marine Regions]; Belgium, Het Zwin natuurreservaat Marien/Kust |
Abstract |
In januari 1989 en 1990 werd in de Vlaamse kustpolders een simultaantelling van alle Blauwe Kiekendievenslaapplaatsen gehouden. In de daaropvolgende winters 1990-'91 en 1991-'92 werden binnen het kader van de 'Hen Harrier winter Roost Survey' van de B.T.O. (R.Clarke), op vijf data gelijkaardige tellingen georganiseerd. Ook het Krekengebied van NO-Vlaanderen werd geteld. Dit artikel geeft een beknopt verslag van deze tellingen. Respectievelijk 16 en 12 slaapplaatsen werden bezocht in 1990-'91 en 1991-'92, waarvan er 10 en 7 minstens éénmaal bezet waren. Belangrijkste slaapplaats is en blijft de Blankaart (Woumen), gevolgd door het Zwin (Knokke) en de Oost-polderkreek (Sint-Jan-in-Eremo). De Middenkust scoort traditiegetrouw laag met slechts sporadisch solitaire exemplaren over nachtend in de Rattevalle of de Kleine Keignaert. Het totaal aantal exemplaren in januari 1991 bedroeg 53-57 ex., in januari 1992 werden 33-38 exemplaren geteld. Uit een vergelijking met vorige winter volgt dat 1991- '92 mag worden beschouwd als ee winter met lage aantallen Blauwe Kiekendieven, daar waar 1990-'91 eerder vrij hoog scoort. De grootte van het winterbestand van deze soort mogen we voor de Vlaamse kustpolders op 35-100 schatten. Daarbovenop komen nog eens 5-10 ex. in het Krekengebied van NO-Vlaanderen. Deze relatief hoge aantallen, in vergelijking met resultaten uit naburige landen, benadrukken het belang van onze polders voor de Blauwe Kiekendief. Verder onderzoek op deze soort is aangewezen, teneinde onopgeloste vragen inzake winterverspreiding te kunnen oplossen. Kleurmerkonderzoek kan hier een belangrijke rol in spelen. |
IMIS is ontwikkeld en wordt gehost door het VLIZ.