In 2012 verloren we Jean Jacques Peters, voormalig ingenieur van het Waterbouwkundig Laboratorium (1964 tot 1979) en internationaal expert in sedimenttransport, rivierhydraulica en -morfologie. Als eerbetoon aan hem hebben we potamology (http://www.potamology.com/) gecreëerd, een virtueel gedenkarchief dat als doel heeft om zijn manier van denken en morfologische aanpak van rivierproblemen in de wereld in stand te houden en te verspreiden.
Het merendeel van z’n werk hebben we toegankelijk gemaakt via onderstaande zoekinterface.
De voorliggende studie is een inventarisatie van: 1) de waargenomen veranderingen in het getij, 2) de extreme waterstanden, 3) de door mens uitgevoerde ingrepen en 4) de bestaande kennis over de invloed van natuurlijke ontwikkelingen en de menselijke ingrepen op de getijbeweging in het estuarium en de ontwikkeling van (extreme) hoogwaterstanden. Uit deze inventarisatie is gebleken, dat de getijdoordringing in het estuarium gedurende de afgelopen decennia tot eeuwen sterk is toegenomen. De maximale getijslag is sinds 1880 met circa 20% toegenomen; ook de loopsnelheid van de getijgolf is groter geworden. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat op een tijdschaal van enkele eeuwen de duur van de vloed met ongeveer 10% is toegenomen (het getij is minder vloeddominant geworden). De sterker geworden getijdoordringing lijkt mede van invloed op de hoogten van opgetreden extreme waterstanden (hoogwaterstanden tijdens hoge vloeden en stormvloeden) in het estuarium. Bovendien zijn gedurende de laatste decennia substantieel meer hoge vloeden en stormvloeden opgetreden dan tijdens de eerste helft van de 20e eeuw. Natuurlijke en menselijke factoren zullen van invloed zijn geweest op de waargenomen veranderingen in de getijdoordringing en de toename van het aantal extreme hoogwaterstanden. Eerdere studies geven inzicht in vooral de initiële (directe) e ffecten, en soms ook de middellange termijn (indirecte) effecten, van de verschillende natuurlijke en menselijke factoren op de grootschalige morfologie (zandbalans) en de getijdoordringing in het estuarium. Het spectrum van de indicatieve tijdschalen is groot; jaren tot zeker een eeuw. Dit impliceert dat de waargenomen veranderingen in de getijdoordringing en extreme waterstanden altijd een superpositie zijn van korte en lange termijneffecten van verschillende factoren. Interpretatie van meetgegevens alleen kan daarom nooit het effect van één enkele factor op de waterbeweging isoleren. Inpolderingen, langdurige zandwinning, vaargeulverruimingen en -onderhoud, zeespiegelstijging en de algemene toename van de getijslag op de Noordzee hebben waarschijnlijk allemaal bijgedragen aan de waargenomen versterking van de getijdoordringing . De relatieve bijdrage van de verschillende factoren op de opgetreden veranderingen in de getijdoordringing en de implicaties van deze veranderingen voor de veiligheid/bescherming tegen overstromen zijn echter niet goed bekend.
Alle informatie in het Integrated Marine Information System (IMIS) valt onder het VLIZ Privacy beleid