Over het archief
In 2012 verloren we Jean Jacques Peters, voormalig ingenieur van het Waterbouwkundig Laboratorium (1964 tot 1979) en internationaal expert in sedimenttransport, rivierhydraulica en -morfologie. Als eerbetoon aan hem hebben we potamology (http://www.potamology.com/) gecreëerd, een virtueel gedenkarchief dat als doel heeft om zijn manier van denken en morfologische aanpak van rivierproblemen in de wereld in stand te houden en te verspreiden.
Het merendeel van z’n werk hebben we toegankelijk gemaakt via onderstaande zoekinterface.
[ meld een fout in dit record ] | mandje (1): toevoegen | toon |
one publication added to basket [360272] | |
Operationele voorspelling dwarsstroming Platen van Ossenisse: deelrapport 3. Validatie NeVla model voor representatie dwarsstromingen Ossenisse Stark, J.; Vanlede, J.; Plancke, Y. (2022). Operationele voorspelling dwarsstroming Platen van Ossenisse: deelrapport 3. Validatie NeVla model voor representatie dwarsstromingen Ossenisse. Versie 2.0. WL Rapporten, 20_060_3. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. VIII, 47 + 21 p. bijl. pp. https://dx.doi.org/10.48607/142
Deel van: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen.
|
Beschikbaar in | Auteurs |
| |
Documenttype: Projectrapport |
Trefwoorden |
Numerical modelling ANE, Nederland, Westerschelde [Marine Regions]; ANE, Nederland, Westerschelde, Platen van Ossenisse [Marine Regions] |
Author keywords |
|
Project | Top | Auteurs |
|
Contactgegevens
Opdrachtgever: Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit (GNA)
Auteurs | Top | |
|
Abstract |
Uit een beschikbare dataset aan gevaren ADCP-metingen is een selectie van enkele getijden gemaakt voor deze validatieoefening. De beschikbare dataset bevatte aanvankelijk enkel metingen tijdens hoge springtijen en stormtijen. In het kader van deze studie is ook een recente meetcampagne tijdens doodtij aan de dataset toegevoegd. Voorafgaand aan de validatieoefening is eerst de springtij-doodtij-variatie onderzocht voor de gemodelleerde dwarsstroming, alsmede de representatie van de springtij-doodtij-variatie van het verticaal getij in het studiegebied. Vervolgens is de representatie van de dwarsstroming en het verticaal getij voor de geselecteerde meetcampagnes gevalideerd. In alle configuraties is het model in staat de neervorming en bijbehorende circulaire stromingspatronen rond de Platen van Ossenisse kwalitatief te representeren. De sterke dwarsstromingen tijdens springtij worden echter onderschat door de modelsimulaties. Hetzelfde geldt voor de aan de dwarsstroming gecorreleerde maximum stijgsnelheid in Hansweert, die ook juist voor de hoogste getijden wordt onderschat. Ondanks deze onderschatting hebben simulaties waarin het ruwheidsveld uit het operationeel model is gebruikt toch een geringe voorspellende waarde voor de sterkte van de dwarsstroming tijdens de geselecteerde (spring)tijen (R2 = 0,56-0,75). Er wordt door de modellen wel een duidelijke springtij-doodtij-variatie in sterkte van de dwarsstroming gesimuleerd. Vanwege het ontbreken van voldoende meetdata tijdens reguliere tij-condities kon deze springtij-doodtij-variatie nog niet worden gevalideerd. |
Top | Auteurs |