Over het archief
Het OWA, het open archief van het Waterbouwkundig Laboratorium heeft tot doel alle vrij toegankelijke onderzoeksresultaten van dit instituut in digitale vorm aan te bieden. Op die manier wil het de zichtbaarheid, verspreiding en gebruik van deze onderzoeksresultaten, alsook de wetenschappelijke communicatie maximaal bevorderen.
Dit archief wordt uitgebouwd en beheerd volgens de principes van de Open Access Movement, en het daaruit ontstane Open Archives Initiative.
Basisinformatie over ‘Open Access to scholarly information'.
one publication added to basket [13218] |
Voedselgebruik en fourageergedrag van de bonte strandloper (Calidris alpina (L.))
van der Voet, I. (1968). Voedselgebruik en fourageergedrag van de bonte strandloper (Calidris alpina (L.)). NIOZ-rapport, 1968(2). Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee: Texel. 53, 38 pp.
Deel van: NIOZ-rapport. Netherlands Institute for Sea Research (NIOZ): Den Burg. ISSN 0923-3210, meer
| |
Abstract |
Het aantal bonte strandloper-etmalen per jaar in het Nederlandse waddengebied is te schatten op plm 28 millioen. De schatting per gebied is het meest nauwkeurig voor Vlieland: voor dit gebied bedraagt het aantal bonte strandloper-etmalen per jaar plm 3,7 millioen. Het menu van de bonte strandloper is zeer gevarieerd. Het omvat Polychaetae, Crustacea, Mollusca, Insecta en plantenresten. Bereikbaarheid, smakelijkheid en talrijkheid van de prooisoorten bepalen wat het meest gegeten wordt; in het waddengebied in de zomer Nereis diversicolor O.F. MUller en kleine Crustacea. De bonte strandloper besteedt bij Vlieland (Posthuiswad en Vliehors) plm 7.00 h per tij aan fourageren, de overige tijd aan rusten, poetsen, lopen, vliegen, etc. We kunnen twee fourageermethoden onderscheiden: oogjagen en tastjagen. De laatste wordt het meest toegepast. Voor twee prooisoorten (Corophium volutator (Pallas) en Nereis diversicolor O.F. MUller) werd het verband tussen fourageersukses en fourageergedrag nagegaan. Stilstaand pikken bleek het duidelijkst te korreleren met het fourageersukses. De korrelatie was het duidelijkst voor Corophium, waarschijnlijk ten gevolge van de geringere afmeting van deze prooi. De korrelatie is niet sterk genoeg om in het veld uit het fourageergedrag het fourageersukses betrouwbaar te kunnen schatten, te meer daar het fourageergedrag mede afhankelijk blijkt te zijn van de toestand van het wad. De totale hoeveelheid voedsel door de bonte strandloper in het Nederlandse waddengebied per jaar gekonsumeerd is met behulp van waarnemingen over het voedselgebruik in gevangenschap grof benaderd op 2500 m3. |
IMIS is ontwikkeld en wordt gehost door het VLIZ.