Over het archief
Het OWA, het open archief van het Waterbouwkundig Laboratorium heeft tot doel alle vrij toegankelijke onderzoeksresultaten van dit instituut in digitale vorm aan te bieden. Op die manier wil het de zichtbaarheid, verspreiding en gebruik van deze onderzoeksresultaten, alsook de wetenschappelijke communicatie maximaal bevorderen.
Dit archief wordt uitgebouwd en beheerd volgens de principes van de Open Access Movement, en het daaruit ontstane Open Archives Initiative.
Basisinformatie over ‘Open Access to scholarly information'.
one publication added to basket [210014] |
Kuilen en Schieten in het Schelde-estuarium. Vergelijkend vissen op de Zeeschelde in België en Westerschelde in Nederland
Goudswaard, P.C.; Breine, J. (2011). Kuilen en Schieten in het Schelde-estuarium. Vergelijkend vissen op de Zeeschelde in België en Westerschelde in Nederland. IMARES Wageningen Report, C139/11. IMARES/INBO: Wageningen. 35 pp.
Deel van: IMARES Wageningen Report. Wageningen UR. IMARES: IJmuiden, meer
|
Auteurs | | Top |
- Goudswaard, P.C.
- Breine, J., meer
|
|
|
Abstract |
In de Westerschelde, het Nederlands gedeelte van het Schelde-estuarium, wordt de visgemeenschap bemonsterd door middel van een ankerkuil terwijl er in het Belgisch gedeelte, de Zeeschelde, met schietfuiken wordt gemonsterd. In het belang van eenheid in een grensoverschrijdende bemonstering van het gehele overgangsgebied van de riviermonding van de Schelde, werd voor 2011 een monitoringscampagne uitgevoerd waarbij op vier locaties de beide methodes gelijktijdig en dicht bij elkaar werden uitgevoerd.De centrale vraag in dit onderzoek was of de toegepaste methoden van ankerkuil en schietfuik op beide delen van de Schelde toepasbaar zijn en vergelijkbare resultaten opleveren.Beide methodes werden visserij technisch met succes uitgevoerd waarnaast we ook vaststellen dat beide methodes een belangrijk deel van de visgemeenschap bemonsteren. Haring, Spiering en Sprot zijn de meest gevangen soorten met de ankerkuil. Brakwatergrondel, Spiering, Bot en Paling zijn soorten die in grote aantallen met fuiken werden gevangen.De ankerkuil geeft een vollediger beeld van de visgemeenschap dan de schietfuiken. De ankerkuil bevist de hele waterkolom nabij de vaargeul van het estuarium terwijl de fuiken effectief zijn voor vissen in het benthische gedeelte van de visgemeenschap in het laagste deel van de getijdenzone. Pelagische soorten worden daarom minder of niet in de fuiken aangetroffen, maar juist wel meer demersale soorten worden er mee gevangen.Fuiken voldoen niet om lengte frequentie diagrammen van de meest abundante soorten op te stellen daar er te weinig individuen worden gevangen.Op basis van deze campagne kunnen we stellen dat ankerkuil zeker toegepast kan worden in de Zeeschelde. Of het noodzakelijk is om complementair fuiken te plaatsen, kunnen we op basis van de beperkte dataset niet bepalen. De fuiken leverden weinig extra informatie, slechts enkele individuen van met de ankerkuil gemiste soorten. Op de Westerschelde blijkt de ankerkuil voor pelagische vissen het meest geschikte monstertuig en hebben fuiken beperkte additionele waarde. |
IMIS is ontwikkeld en wordt gehost door het VLIZ.