Over het archief
Het OWA, het open archief van het Waterbouwkundig Laboratorium heeft tot doel alle vrij toegankelijke onderzoeksresultaten van dit instituut in digitale vorm aan te bieden. Op die manier wil het de zichtbaarheid, verspreiding en gebruik van deze onderzoeksresultaten, alsook de wetenschappelijke communicatie maximaal bevorderen.
Dit archief wordt uitgebouwd en beheerd volgens de principes van de Open Access Movement, en het daaruit ontstane Open Archives Initiative.
Basisinformatie over ‘Open Access to scholarly information'.
[ meld een fout in dit record ] | mandje (1): toevoegen | toon |
one publication added to basket [283217] | |
Model-en data-analyse ten behoeve van betere tij‐verwachtingen: deelrapport 1. Data-analyse Boeckx, L.; D'Haeseleer, E.; Meire, D.; Nossent, J.; Vanderkimpen, P.; Deschamps, M.; Verwaest, T.; Mostaert, F. (2017). Model-en data-analyse ten behoeve van betere tij‐verwachtingen: deelrapport 1. Data-analyse. Versie 2.0. WL Rapporten, 16_016_1. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. IX, 37 + 18 p. bijl. pp.
Deel van: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , meer
|
Beschikbaar in | Auteurs |
| |
Documenttype: Projectrapport |
Trefwoorden |
Literature and desktop study Prediction > Tidal prediction Water management > Forecasts > Astronomical water levels Water management > Permanence > High water(reporting) Water management > Permanence > Storm surge warning Water management > Statistics > Big Data & Data Mining ANE, België, Oostende [Marine Regions]; ANE, Nederland, Westerschelde, Vlissingen [Marine Regions]; België, Zeeschelde, Antwerpen [Marine Regions] |
Auteurs | Top | |
Abstract |
De hoogwaterstand in Antwerpen is gemiddeld 97 cm hoger dan deze in Oostende en 90 cm hoger dan deze in Vlissingen. Het voorkomen van hoge hoogwaters (HHW) van meer dan + 5,40 m TAW in Oostende, meer dan + 5,35 m TAW in Vlissingen of meer dan + 6,30 m TAW in Antwerpen, werd kwantitatief nagegaan voor de periode september 2000 tot februari 2016. 70-75 % van deze HHW komen voor tijdens een springtijperiode. 98 % van deze hoogwaters komt voor in de periode van 9 maanden tussen september tot eind april. Voor 80 % van de HHW komt de wind op het moment van hoogwater uit ZW tot NNW en voor de geselecteerde HHW nooit uit de sectoren ONO tot ZZW . Er konden goede regressies worden opgesteld voor het bepalen van de hoogwaterstand in Antwerpen gebaseerd op Oostende en/of Vlissingen, maar de onzekerheidsbanden zijn breed. Deze regressies werden praktisch bruikbaar gemaakt in een simpel rekenblad. De inzet van andere bronnen, zoals voorspellingsmodellen, bekijken van windvelden en interpreteren van weerkaarten, blijven essentieel om de uiteindelijke onzekerheid van een verwachting in Antwerpen zo klein mogelijk te houden. Voor het vergelijken van windvelden voorafgaand aan HHW in Antwerpen werd een grafische analyse gemaakt van het windverloop in Hansweert en Vlakte van de Raan. Deze analyse werd eveneens praktisch bruikbaar gemaakt in een aantal memo’s. Met een analyse van de kwaliteit van de verwachtingen van Oostende, Vlissingen en Antwerpen werd aangetoond dat de operationele voorspellingsdiensten er reeds in slagen om de onzekerheidsbanden gemiddeld over alle verwachtingen heen (en dus niet alleen de HHW) te beperken tot ongeveer 10 cm. |
Top | Auteurs |