Zoeken
Zoeken kan via de modus 'eenvoudig zoeken' (één veld) of uitgebreid via 'geavanceerd zoeken' (meerdere velden). Zo kan je bv. zoeken op een combinatie van een auteursnaam (auteur), een jaartal (jaar) en een documenttype.
Boekenmand
Nuttige resultaten kan je aanvinken en toevoegen aan een mandje. De inhoud hiervan kan je exporteren of afdrukken (naar bv. PDF).
RSS
Op de hoogte blijven van nieuw toegevoegde publicaties binnen uw interessegebied? Dit kan door een RSS-feed (?) te maken van jouw zoekopdracht.
[ meld een fout in dit record ] | mandje (1): toevoegen | toon |
Beschikbaar in | Auteurs |
|
Auteurs | Top | |
|
Abstract |
De stabiliteit wordt onder andere bepaald door de erodibiliteit en de kans op het ontstaan van zettingsvloeiing. De erodibiliteit is afhankelijk van de samenstelling van de oevers en onderwatertaluds tot op de diepte van de geulbasis en de samenstelling van het sediment waarin de basis van de riviergeul is ingesneden. De lithologische opbouw van de oevers, onderwatertaluds en het materiaal waarin de basis van de watervoerende geul van de Lek is ingesneden, is bepaald in lithologische dwars- en langsprofielen. De ruimtelijke verbreiding en de diepteligging van zand in de ondergrond is ook weergegeven in een zanddieptekaart. In stroomafwaartse richting van Hagestein naar Kinderdijk neemt de diepte van de pleistoceen daloppervlak toe en ook het verschil met de gemiddelde bodemligging van de Lek. In het stroomopwaartse deel kruist de Lek veelvuldig oudere holocene stroomgordels. Stroomafwaarts van Vianen neemt dit significant af. Stroomopwaarts van Schoonhoven worden zandige meeropvullingen aangesneden. In het meest stroomafwaartse gedeelte kruist de Lek enkele grote rivierduincomplexen. Het voorkomen en de diepte van de erosiekuilen is positief gerelateerd aan het voorkomen van deze Holocene zandbanen, zandige meervullingen en Pleistocene rivierduinen in de ondiepe ondergrond. Het was mogelijk om voor lithologische eenheden (10 typen zand, klei en veen) de erodibiliteit te karakteriseren. De erodibiliteit van zand is vastgesteld op basis van de relatie tussen de mediane korrelgrootte en de kritieke Shields'-waarde. De erodibiliteit van klei en veen is bepaald op boring/sondering combinaties. De kans op het ontstaan van zettingsvloeiing als gevolg van belasting van de oevers en onderwatertaluds van de Lek is bepaald voor dezelfde boring/sondering combinaties. |
Top | Auteurs |