Over het archief
Het OWA, het open archief van het Waterbouwkundig Laboratorium heeft tot doel alle vrij toegankelijke onderzoeksresultaten van dit instituut in digitale vorm aan te bieden. Op die manier wil het de zichtbaarheid, verspreiding en gebruik van deze onderzoeksresultaten, alsook de wetenschappelijke communicatie maximaal bevorderen.
Dit archief wordt uitgebouwd en beheerd volgens de principes van de Open Access Movement, en het daaruit ontstane Open Archives Initiative.
Basisinformatie over ‘Open Access to scholarly information'.
[ meld een fout in dit record ] | mandje (0): toevoegen | toon |
Ontwerp vispassage Sint-Baafs-Vijve CFD-modellering monding Verelst, K.; López Castaño, S.; Van Hoydonck, W.; Visser, K.P.; Mostaert, F. (2021). Ontwerp vispassage Sint-Baafs-Vijve CFD-modellering monding. Versie 4.0. WL Rapporten, 19_126_1. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. VII, 47 pp. https://dx.doi.org/10.48607/19
Deel van: WL Rapporten. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen. , meer
|
Beschikbaar in | Auteurs |
| |
Documenttype: Projectrapport |
Trefwoorden |
Hydraulic structures > Fishpasses > Fish pass entrance and attraction Numerical modelling België, Leie R., Sint-Baafs-Vijve |
Author keywords |
|
Project | Top | Auteurs |
|
Auteurs | Top | |
Abstract |
Op basis van de uitgevoerde CFD-simulaties dienen aan de locatie van de monding van de vispassage in de stuwgeul geen wijzigingen te worden aangebracht, aangezien deze zich zowel bij hoge debieten bij onderstroming als bij lagere debieten bij overstorting afwaarts van de migratielimietlijn bevindt. De watersprong afwaarts van de hefschuif in het kanaal voor het toegevoegd debiet strekt zich bij alle simulaties uit tot tegen de middelste geleidingsmuur in het kanaal voor het toegevoegd debiet, dewelke zorgt voor de verdere energiedissipatie. De woelkom, noch de einddrempel van de woelkom zorgen daarmee voor voldoende energiedissipatie. De einddrempel blijft constructief wel nodig om het hoogteverschil tussen het bodempeil ter plaatse van de hefschuif en het bodempeil ter plaatse van de koker onder de muur van de kleine sluis te overbruggen. Aanvankelijk was een opening voorzien in de geleidingswand tussen de vispassage en het kanaal voor het toegevoegd debiet om vissen die in het kanaal terecht zouden komen ter hoogte van het einde van de woelkom een ontsnappingsmogelijkheid naar de vispassage te geven. De onvoldoende energiedissipatie in de woelkom zorgt ervoor dat deze opening niet bereikt kan worden. De opening heeft ook een negatief effect op de lokstroom uit de vispassage aangezien een groot deel van het debiet van de vispassage door deze opening wordt weggezogen naar het kanaal van het toegevoegd debiet. Om die reden is deze opening in de geleidingswand niet behouden. Bij debieten door het kanaal voor het toegevoegd debiet die, met een grootte van circa 2 tot 4 m3 /s, beduidend groter zijn dan het debiet door de vispassage (1.0 m³/s), ontstaat afwaarts van de geleidingswanden in de koker door de sluismuur van de kleine sluis aan de rechterzijde een neer met een lengte ongeveer gelijk aan de lengte van de koker. Eigenlijk zou deze neer vermeden moeten worden, maar omwille van ruimtelijke en bouwkundig randvoorwaarden kan dit enkel door aanpassing van de verhouding tussen toegevoegd debiet en het vispassagedebiet. Dit geeft dan weer aanleiding tot een lager lokstroomdebiet, wat ook niet wenselijk is. Verwacht wordt echter dat de vispassage toch voldoende bereikbaar blijft vanwege de zeer lage stroomsnelheden in deze neer en de passeerbare snelheden in het linker deel van de koker. Bij lage toegevoegde debieten (1 m³/s) ontstaan in deze koker twee door een neer gescheiden stromen naast elkaar, die ervoor zorgen dat vissen het kanaal voor het toegevoegd debiet in kunnen zwemmen. Bijgevolg wordt aanbevolen om zo ver mogelijk afwaarts in beide delen van het kanaal voor toegevoegd debiet roosters te plaatsen. |
Top | Auteurs |